Wow! Ik schrik er hier zelf even van dat het al zolang geleden is dat ik hier nog iets neerpende. Maar ik ga dan ook niet te veel tijd verspillen aan mijn voorgenomen excuses zoals; het internet in Myanmar moet niet veel onderdoen voor het Iraanse ( wat echt wel waar is!) en ik vond niet altijd de tijd en het internetcafe (wat ook waar is, maar iets minder...).

Myanmar, waar te beginnen?! Na Thailand was het alleszins een welkome verademing. Niet in de letterlijke zin welteverstaan met deze keer Yangon als ambassadeur van de 'Unie Der Vervuilde Steden'. Niet alleen door de alomtegenwoordige brommertjes (een auto is hier een luxe-artikel) maar ook door het gebrek aan zoiets als huisvuilophaling. Overdag heeft het iets magisch met zijn vaak overgroeide, door vocht aangetaste koloniale gebouwen, maar 's nachts zie je geen steek door een compleet gebrek aan straatverlichting en is zowat alles gesloten om tien uur. Zelfs je guesthouse eist vaak dat je tegen dan terug bent want sluit dan onvermijdelijk de deuren. Die verademing dan? Wel, in vergelijking met Thailand ben je hier wel aan het juiste adres wil je het net iets avontuurlijker aan de dag leggen en de platgetreden paden laten voor wat ze zijn. Inya lake met het huis van Aung San Suu Kyi's, de zoo van Yangon met zijn aaibare olifanten en de vele pagoda's, kloosters en monniken zijn dan ook te bezoeken zonder al te veel 'collega's' tegen te komen.

De Birmanen (of Birmezen, weet het nog steeds niet!) zijn arm, straatarm zelfs. De eerste keer dat ik er zo dichtbij sta en dat doet je wel iets. Niettemin getuigt de bevolking van een ongelofelijke veerkracht met haar altijd oprechte goede humeur. Altijd behulpzaam, altijd paraat. Zo leren we na Yangon in Moulamyine de fantastische Mister Anthony kennen. Deze straffe ouder rakker (71 jaartjes jong) neemt ons een hele dag mee op pad naar het Ogre-Island. Geen Ogres daar, maar met Mister A. aan onze zijde gaan er vele deuren open die anders gesloten zouden blijven. We drinken thee in verschillende huisjes en leren de Birmaanse 'Way of life' kennen vanop de eerste rij. Na enkele daagjes in deze ingedommelde stad trekken we verder richting Noorden op de immer hobbelige Birmaanse Wegen die naast veel tijd ook veel van je slaap vergen.

Aangekomen in Bago. Deze drukke handelsstad ligt op de drukke verkeersas die het zuiden met het noorden verbindt. En dat is er aan te merken ook. Getoeter en kabaal allerhande typeert ook deze vuile stad. Als we de tweede dag ervoor kiezen om met gehuurde fietsen eropuit te trekken en dus zelf onze weg kunnen bepalen worden we al snel geconfronteerd met de schrijnende omstandigheden waarin deze mensen leven. Niet alleen het vuil stapelt zich op maar de vochtigheid en het ongedierte dragen ook hun steentje bij. Om over de wellicht overal aanwezige microbiologische fauna maar te zwijgen... In deze stad zien we ook voor de eerste keer de goede vertegenwoordiging van Chinese handelaren die vooral geinteresseerd zijn in de natuurlijke rijkdommen van Myanmar. Vooral Teak-hout zien we vrachtwagengewijs vaak andere oorden opzoeken. De Chinezen hebben in tegenstelling tot Europa en Amerika geen sancties uitgesproken tegen het land en profiteren hier dan ook ten volle van. Birma krijgt nieuwe wegen aangelegd door hun oosterse vrienden maar die zijn misschien toch vooral bedoeld om de export te vergemakkelijken. Ook de restaurants en hotels zijn dikwijls in Chinese handen en dat zullen we vooral te zien krijgen rond Inle Lake.

Het is welletjes geweest na enkele dagen in het drukke Bago en we nemen de nachtbus richting Kalaw. Nachtbussen zijn vaak de enige manier om de steden met elkaar te verbinden, naar mijn mening om het oog van al te nieuwsgierige toeristen te onttrekken aan wat er zich afspeelt in de 'grijze zones' tussenin. In Kalaw aangekomen om vier uur 's morgens leren we Mr. Myo kennen die aan de bushalte mensen ronselt voor het hotelletje te vullen waar hij mee samenwerkt. Hij is gids en weet ons de volgende dag te overtuigen om onze trekking naar Inle Lake met hem te ondernemen. Later komen we er achter dat hij misschien niet de goedkoopste was maar daar kregen we dan wel heel veel voor terug. Drie dagen wandelen we door ongerepte natuur, landbouwgebied op zijn 'Vincent Van Gogh's' en onvermijdelijke regenbuien. We slapen bij boeren thuis, eten lokaal vers geteelde groentjes en krijgen hierdoor nog meer respect voor de Birmanen die van een ongelooflijke 'joi de vivre' getuigen. We komen onderweg wat andere reizigers tegen en zien al snel waar onze gids het verschil maakt. In vergelijking met hen krijgen wij vaak (te) royale maaltijden aangeboden, hij wast ongevraagd onze kleren en laat ons plekjes en mensen zien die anderen niet te zien krijgen. Na drie dagen wandelen (60km!) komen we net op tijd aan wat onze voetjes betreft op onze eindbestemming. We worden na onze lunch onmiddellijk beloont met een boottocht van een uur over Inle Lake die enkel in het begin wordt verstoort door de gebruikelijke, wellicht broodnodige stops bij enkele souvenirshops. 

Inle Lake is waarschijnlijk de grootste toeristische trekpleister van het land. Er worden hier dan ook aan een ijltempo nieuwe hotels neergepoot om aan de rijzende vraag in het hoogseizoen te kunnen voldoen. Hier leren we wat leuke medereizigers kennen uit Engeland, Duitsland maar ook Belgie en iedereen viert zijn aankomst na meestal vergelijkbare trekkings achter de rug te hebben. Een kater dient zich op, u wist het al... Een fietstocht later naar de naar onze smaak iets te toeristische hotsprings beslissen we om na enkele dagen ook Inle Lake te verlaten en wederom de nachtbus te nemen naar Mandalay. 

Ook hier weer Pagoda's en Monasteries bij de vleet natuurlijk, maar ook poppentheater, de grootste monnikengemeenschap van het land (+1200!) en de drukke stadsbuzz houden ons een paar dagen braaf. Maar na zoveel drukte kiezen we morgen toch weer voor een boottrip van een dagje om richting Bagan te trekken met zijn grootste (geruineerde) tempelcomplex van het land. Maar dat is dus voor morgen en daarmee houd ik het hierbij. 

Ik kan jullie nog wel meegeven dat na meer dan vier maandjes ik de meesten onder jullie links en rechts toch al wel eens stevig gemist heb. Elks van jullie om wellicht andere redenen maar die maken jullie dan ook uniek!

Groetjes vanuit een betoverend, arm maar inspirerend Myanmar! Rochdi.


Nicole
10/9/2013 06:04:05 am

Klinkt nog steeds super! X

Reply
Robin
10/11/2013 08:54:43 pm

Birmanezen misschien :-D

Reply



Leave a Reply.