Hoi iedereen! Heb vorige week eindelijk de tijd gevonden/ tijd gemaakt op mijn foto's erop te gooien. Na drie uurtje in een internetcafeetje te hebben doorgebracht slaagde ik er in ze te uploaden waarna de zin om ze van commentaar te voorzien echter wel helemaal verdwenen was. Welnu vandaag is dat wel gelukt en ziehier, ge krijgt er ineens een updatetje (!) bij. :-)

Ondertussen zitten Cato en ik in Cambodia. Na Khao Yai National Park trokken we buswaarts richting grens. De grensovergang met Cambodia in Poipet is een gokparadijsje om vooral de Thai en de buitenlanders te plezieren. Wij kiezen ervoor om onze centjes anders te besteden en nemen een taxi naar Sisophon waarmee we onmiddellijk begrijpen waarom Cambodianen geen klandizie van de Casino's zijn. Net als in Myanmar is het ook hier armoede troef. Mensen wonen in hutjes met het onvermijdelijke golfplaten dak en moeten zicht vaak behelpen met wat landbouw en de verkoop daarvan. Maar ook hier zijn net zoals in Myanmar de mensen nieuwsgierig, vriendelijk, behulpzaam,... De vibe in het land van de Khmer zit onmiddellijk goed!

Sisophon is een doorreisstadje met relatief weinig bezienswaardigheden, maar we kiezen om hier te overnachten om de daaropvolgende dag onze trip naar het noorden te plannen. Banteay Chhmar huisvest na Angkor Wat een van de oudste en mooiste tempelcomplexen van het land. Alleen moet je er geraken... De kortste weg is tijdens het regenseizoen nagenoeg helemaal verdwenen en dus wordt het de langere route die vijf uur duurt. Niet zo erg zou je zeggen! Met acht in een auto op de 'dansende' Cambodiaanse wegen is dit toch een uitdaging te noemen. De mensen van CBT, een lokale ontwikkelingsorganisatie en tevens onze gastheren, zijn dan ook blij verrast bij onze aankomst. We zijn blijkbaar de eerste buitenlanders sinds een maand die de doorsteek nog eens gewaagd hebben. NGO medewerkers (Belgen!) van Enfants du Mekong en Soi du Mekong die we later leerden kennen vroegen ons hoe de weg eraan toe was daar zij hier al een tijdje geisoleerd van de buitenwereld zaten. Dit alles resulteerde wel in een vierdaagse ontdekking van een van de meest verborgen schatten van Cambodia zonder dan ook maar een westerling tegen het lijf te lopen. Banteay Chhmar, en must voor wie van het platgetreden pad af wil! Ook de organisatie, het CBT, en haar medewerkers verdienen hiervoor een pluim.

Na vier dagen rijden we terug richting Sisophon over dezelfde weg, en verder richting Battambang over min of meer geasfalteerde weg met de NGO medewerkers die we eerder leerden kennen. Battambang is de derde grootste stad van het land en heeft een laid-back sfeertje waar de toeristen maar vooral ook alle NGO's mee verantwoordelijk voor zijn. Vaak komen de weldoeners van de meer dan 2000 (!) NGO's die actief zijn in Cambodia hier even verpozen. Dat vertaalt zicht in hippe bars en restaurants (met al even hippe prijzen) en dus heel wat meer blank volk in de straten. Even aanpassen dus als je van Banteay Chhmar komt! Het contrast is hier ook wel groot te noemen met de vele bedelaars die je onvermijdelijk benaderen op elk terrasje. De koloniale architectuur van de Fransen alsook de door hun ingeburgerde baguettes bevallen ons wel. Bat caves, tempels, motortjes en fietsjes huren, luieren in het mooie hotel,... houdt ons een weekje bezig waarna we de boot opspringen naar het grote Siem Riep! Een van de zeven wereldwonderen wacht ons daar; Angkor Wat!

En daar zitten we dus nu sinds gisterenavond! Een beetje stiekem nog steeds eigenlijk... wa-a-ant: vandaag krijgen we groot bezoek! Ons moedertje en Fred is nu nietsvermoedend onderweg met de bus naar het hotel waar wij nu zitten! Zij denkt dat we pas morgenavond hier zullen zijn en zal straks dan (hopelijk toch!) ook blij verrast zijn ons hier al aan te treffen. Fred is wel al op de hoogte en zal zich ook al aan het verkneukelen zijn. We wachten haar op met een lunch! Ik kijk er enorm naar uit want zes maand is toch lang hoor! :-) De komende week zullen we dan met z'n allen Angkor Wat ontdekken en Phnom Phen bezoeken.

Groetjes iedereen en tot snel! Rochdi.
 
...niet dat het ervoor al zo druk was. ;-) Momenteel zitten we in Thailand, vlakbij het Khao Yai, National Park. We hebben besloten om hier een weekje te blijven omdat we de constante verplaatsingen een beetje zat waren. Reizen is tof, maar soms wat langere tijd op dezelfde plek blijven en eens niet met busschema's en guesthouse-ratings bezig zijn kan ook eens leuk zijn. We kozen Khao Yai omdat we hier, wel euh, min of meer in het groen zitten. Terwijl we hadden gehoopt op een plekje vlakbij of zelfs in het park (wat een door Unesco beschermd regenwoud is) zitten we er op 20 kilometertjes van, op een redelijk drukke baan, wegens gebrek aan betere alternatieven. Onze guesthouse/lodge loopt gelukkig ver genoeg naar achteren uit dat je daar toch kan genieten van de rust in de grote tuin, aan het zwembad! Wel, moest het een dagje niet regenen uiteraard... Het park zelf zullen we morgen uitgebreid bezoeken.

Dit is dan ook onze laatste stop in Thailand vooraleer we Cambodia binnentrekken. We kregen slechts een visum aan de grens van Myanmar van 15 dagen en hebben dat dan maar vooral gebruikt om een oude vriend van me te bezoeken in Singburi en daar dan maar een tijdje te blijven. Geert maakte heel wat tijd vrij (hij bouwt momenteel een kippenboerderij!) om ons rond te leiden in deze uithoek van Thailand waar het toerisme je nog niet om de oren geslagen wordt. Zelfs de bus ernaartoe vanuit Mae Sot maakte een 'speciale' tussenstop voor ons. Ergens halfweg de autostrade aan een betonnen oversteekbrug die enkel leidde naar, wel euh..., de andere kant van de autostrade. Wat een service! Zeker nadat we wel de prijs hadden mogen betalen naar de eindbestemming, Bangkok, drie uur verder... Liften dan maar! Een brave ziel die we aan de kant krijgen na wat pogingen wijzigt er zelfs zijn route voor om ons weer in de tegenovergestelde richting naar Singburi te rijden. Onze buschauffeur had vast een zware dag, want vijf kilometertjes terug had men nog zo'n mooi afritje gemaakt... Singburi dus! Een lokale 'foor' met meestal dezelfde spelletjes houdt ons enkele avonden zoet en ik win weliswaar een Spongebob van een kleine vierkante meter! Een onverwacht cadeautje voor Geert zijn vriendin dan maar gezien ik verder reizen met mijn nieuwe vriend niet echt zie zitten. We kenden elkaar dan ook nog niet zo goed... Verder neemt Geert ons nog mee naar een, ja hoor, tempelcomplex met een buddhaatje van zo'n 30 meter hoog. Leuk omwille van de enige toeristen in de weide omtrek maar ook dit hadden we eigenlijk al gezien... Wat oude verhalen ophalen met Geert bij een Thaise-fondue (gemarineerd met een flesje Thaise whisky) later die avond is dan altijd weer leuk...

Mae-Sot vanwaar we daarvoor dus kwamen (ik merk dat ik deze keer bij het staartje begonnen ben! Tja, nu we toch bezig zijn...) wilden we beiden graag doen omdat we daar beiden net een boek over gelezen hadden. Restless Souls van Phil Thornton handelt over deze grensstad die weinig te bieden heeft voor de doorsnee bezoeker, maar toch heel wat buitenlanders aantrekt in de vorm van NGO-werkers die de stroom vluchtelingen uit Myanmar tracht in goede banen te leiden, oorlogsveteranen die op zoek zijn naar een beetje 'actie' en daarbij de Karen-stam proberen te helpen die nog steeds de overheid in Myanmar bekampt, maar ook mensen die illegaal ge-exporteerde edelstenen zoals robijnen en jade uit Myanmar komen kopen. De robijnen uit Myanmar zouden tenslotte tot de zuiverste ter wereld behoren. Ik had mijn exemplaren dan ook al in het land zelf gekocht, wat ze waard zijn dat moet nog blijken uiteraard! Ach, een gokje nu en dan... :-) In onze guesthouse komen we al snel wat Birmanezen (danku, Robin, voor deze vindingrijke oplossing!) tegen die ons dan ook vragen of we niet geinteresseerd zijn om Engelse les te geven aan vluchtelingen. Misschien een ideetje voor later?

Mae Sot waren we dus binnengekomen via Myawaddy aan de Myanmarese zijde. Deze grensovergang was tot voor enkele weken enkel over te steken met een speciale toelating die heel wat tijd in beslag nam om te bemachtigen. We waren dan ook trots, maar tevens ongerust om een van de eerste te zijn die deze weg namen om het land weer te verlaten. Vanuit Hpa-An rijden we met een gezin/vrienden? (we weten het niet, niemand sprak engels) mee daar er nog geen bussen worden ingelegd op deze route. Enkele militaire checkpoints en wat ingedommelde dorpjes later moesten we besluiten dat het al bij al nog vlot verlopen was. Ik herinner me andere grenzen, en nog niet zo lang geleden...

Hpa-An was dus onze laatste halte in Myanmar. De 'Golden Rock' bevindt zich hier, maar die hebben we bewust links laten liggen. Pagoda nummer xxxxxxxxx op een Gouden Rots zei ons niet zoveel en we wilden graag de grotten verkennen die ze, ja hoor, ook omgetoverd hadden tot bidhuizen. Pikdonker, een geurtje van iets tussen zwavel en amoniak, en het constante 'getsjirp' van vleermuizen. Net iets anders dan het in de reisgids stond dus! En ook hier; schoentjes uit lieve kinderen! Dus dat de vleermuizendrek tussen je teentjes tot aan je enkels reikt moet je erbij nemen! :-) 

Hpa-An hadden we dan weer op zijn beurt bereikt met een busreis vanuit het prachtige Bagan. De bootreis vanuit Mandalay hiernaartoe was een zalig dagje luieren op de Iyarwaddy-rivier. Het landschap glijdt aan je voorbij, en het enige dat je moet doen is getuige zijn van de enkele stops waar ze zoals onze oude Buildragers lading aan en af de wal dragen.
Bagan is samen met Inle lake de twee 'must-do's' in Myanmar. En dat heeft ook de overheid geweten. Als we 's avonds aankomen worden we onmiddelijk begeleid naar een tolhuisje waar je, wil je de stad binnenkomen, vriendelijk wordt verzocht 15 Mister Washingtons neer te tellen. Welkom! Hopelijk zal dit geld in de toekomst ook gebruikt worden voor het onderhoud en de bescherming van deze uitgetrekte site die wondermooi te noemen is. Een zonsop- of ondergang vanop een van de grotere pagoda's is een ervaring. Je kan er ook net als in Cappadocie een ballonvaart over nemen maar dan betaal je jezelf wel blauw.

Goed, na hier toch weer een tijdje gezeten te hebben ga ik nog proberen wat fotootjes te uploaden. Gelukkig is mijn Gopro cameraatje ook een goede reisgezel gebleken want mijn Sony heeft de geest al enige tijd gelaten. Tot de volgende iedereen!

Rochdi.




 
Hoi iedereen! Nadat we gisteren zijn teruggekeerd van een heerlijke maand Myanmar naar Thailand, profiteer ik hier onmiddellijk om mijn hopeloze achterstand wat fotootjes betreft wat te beperken. Ik heb er een groot deel van Iran opgegooid dus toch al wat nieuwe indrukken voor jullie van de voorbije maanden. Mijn verslagje van de laatste dagen in Myanmar en de rest van de foto's plan ik voor een van de komende dagen!

Groetjes iedereen! Rochdi.
 
Wow! Ik schrik er hier zelf even van dat het al zolang geleden is dat ik hier nog iets neerpende. Maar ik ga dan ook niet te veel tijd verspillen aan mijn voorgenomen excuses zoals; het internet in Myanmar moet niet veel onderdoen voor het Iraanse ( wat echt wel waar is!) en ik vond niet altijd de tijd en het internetcafe (wat ook waar is, maar iets minder...).

Myanmar, waar te beginnen?! Na Thailand was het alleszins een welkome verademing. Niet in de letterlijke zin welteverstaan met deze keer Yangon als ambassadeur van de 'Unie Der Vervuilde Steden'. Niet alleen door de alomtegenwoordige brommertjes (een auto is hier een luxe-artikel) maar ook door het gebrek aan zoiets als huisvuilophaling. Overdag heeft het iets magisch met zijn vaak overgroeide, door vocht aangetaste koloniale gebouwen, maar 's nachts zie je geen steek door een compleet gebrek aan straatverlichting en is zowat alles gesloten om tien uur. Zelfs je guesthouse eist vaak dat je tegen dan terug bent want sluit dan onvermijdelijk de deuren. Die verademing dan? Wel, in vergelijking met Thailand ben je hier wel aan het juiste adres wil je het net iets avontuurlijker aan de dag leggen en de platgetreden paden laten voor wat ze zijn. Inya lake met het huis van Aung San Suu Kyi's, de zoo van Yangon met zijn aaibare olifanten en de vele pagoda's, kloosters en monniken zijn dan ook te bezoeken zonder al te veel 'collega's' tegen te komen.

De Birmanen (of Birmezen, weet het nog steeds niet!) zijn arm, straatarm zelfs. De eerste keer dat ik er zo dichtbij sta en dat doet je wel iets. Niettemin getuigt de bevolking van een ongelofelijke veerkracht met haar altijd oprechte goede humeur. Altijd behulpzaam, altijd paraat. Zo leren we na Yangon in Moulamyine de fantastische Mister Anthony kennen. Deze straffe ouder rakker (71 jaartjes jong) neemt ons een hele dag mee op pad naar het Ogre-Island. Geen Ogres daar, maar met Mister A. aan onze zijde gaan er vele deuren open die anders gesloten zouden blijven. We drinken thee in verschillende huisjes en leren de Birmaanse 'Way of life' kennen vanop de eerste rij. Na enkele daagjes in deze ingedommelde stad trekken we verder richting Noorden op de immer hobbelige Birmaanse Wegen die naast veel tijd ook veel van je slaap vergen.

Aangekomen in Bago. Deze drukke handelsstad ligt op de drukke verkeersas die het zuiden met het noorden verbindt. En dat is er aan te merken ook. Getoeter en kabaal allerhande typeert ook deze vuile stad. Als we de tweede dag ervoor kiezen om met gehuurde fietsen eropuit te trekken en dus zelf onze weg kunnen bepalen worden we al snel geconfronteerd met de schrijnende omstandigheden waarin deze mensen leven. Niet alleen het vuil stapelt zich op maar de vochtigheid en het ongedierte dragen ook hun steentje bij. Om over de wellicht overal aanwezige microbiologische fauna maar te zwijgen... In deze stad zien we ook voor de eerste keer de goede vertegenwoordiging van Chinese handelaren die vooral geinteresseerd zijn in de natuurlijke rijkdommen van Myanmar. Vooral Teak-hout zien we vrachtwagengewijs vaak andere oorden opzoeken. De Chinezen hebben in tegenstelling tot Europa en Amerika geen sancties uitgesproken tegen het land en profiteren hier dan ook ten volle van. Birma krijgt nieuwe wegen aangelegd door hun oosterse vrienden maar die zijn misschien toch vooral bedoeld om de export te vergemakkelijken. Ook de restaurants en hotels zijn dikwijls in Chinese handen en dat zullen we vooral te zien krijgen rond Inle Lake.

Het is welletjes geweest na enkele dagen in het drukke Bago en we nemen de nachtbus richting Kalaw. Nachtbussen zijn vaak de enige manier om de steden met elkaar te verbinden, naar mijn mening om het oog van al te nieuwsgierige toeristen te onttrekken aan wat er zich afspeelt in de 'grijze zones' tussenin. In Kalaw aangekomen om vier uur 's morgens leren we Mr. Myo kennen die aan de bushalte mensen ronselt voor het hotelletje te vullen waar hij mee samenwerkt. Hij is gids en weet ons de volgende dag te overtuigen om onze trekking naar Inle Lake met hem te ondernemen. Later komen we er achter dat hij misschien niet de goedkoopste was maar daar kregen we dan wel heel veel voor terug. Drie dagen wandelen we door ongerepte natuur, landbouwgebied op zijn 'Vincent Van Gogh's' en onvermijdelijke regenbuien. We slapen bij boeren thuis, eten lokaal vers geteelde groentjes en krijgen hierdoor nog meer respect voor de Birmanen die van een ongelooflijke 'joi de vivre' getuigen. We komen onderweg wat andere reizigers tegen en zien al snel waar onze gids het verschil maakt. In vergelijking met hen krijgen wij vaak (te) royale maaltijden aangeboden, hij wast ongevraagd onze kleren en laat ons plekjes en mensen zien die anderen niet te zien krijgen. Na drie dagen wandelen (60km!) komen we net op tijd aan wat onze voetjes betreft op onze eindbestemming. We worden na onze lunch onmiddellijk beloont met een boottocht van een uur over Inle Lake die enkel in het begin wordt verstoort door de gebruikelijke, wellicht broodnodige stops bij enkele souvenirshops. 

Inle Lake is waarschijnlijk de grootste toeristische trekpleister van het land. Er worden hier dan ook aan een ijltempo nieuwe hotels neergepoot om aan de rijzende vraag in het hoogseizoen te kunnen voldoen. Hier leren we wat leuke medereizigers kennen uit Engeland, Duitsland maar ook Belgie en iedereen viert zijn aankomst na meestal vergelijkbare trekkings achter de rug te hebben. Een kater dient zich op, u wist het al... Een fietstocht later naar de naar onze smaak iets te toeristische hotsprings beslissen we om na enkele dagen ook Inle Lake te verlaten en wederom de nachtbus te nemen naar Mandalay. 

Ook hier weer Pagoda's en Monasteries bij de vleet natuurlijk, maar ook poppentheater, de grootste monnikengemeenschap van het land (+1200!) en de drukke stadsbuzz houden ons een paar dagen braaf. Maar na zoveel drukte kiezen we morgen toch weer voor een boottrip van een dagje om richting Bagan te trekken met zijn grootste (geruineerde) tempelcomplex van het land. Maar dat is dus voor morgen en daarmee houd ik het hierbij. 

Ik kan jullie nog wel meegeven dat na meer dan vier maandjes ik de meesten onder jullie links en rechts toch al wel eens stevig gemist heb. Elks van jullie om wellicht andere redenen maar die maken jullie dan ook uniek!

Groetjes vanuit een betoverend, arm maar inspirerend Myanmar! Rochdi.


 
Vers land, vers bloed en dus vers nieuws! Het heeft even op zich laten wachten, dat wel, maar ik moet toegeven dat de Thaise temperaturen en de vochtigheid die ze met zich meebrengt me een beetje verrast hebben. Niet om mee te lachen hier in het land van de glimlach! En dus ook niet echt motiverend om voor een schermpje te kruipen en het 'beste' van jezelf te geven. Ahum... :-) 

Vers land dus! Maar dat liep allerminst van een leien daksken. Toen ik dacht dé oplossing gevonden te hebben met de moto in Turkije te stallen, gooide het reisagentschap al snel roet in de laatste kebab. Gij binnenkomen met moto? Wel, gelieve ook buiten te gaan mét moto dan. Thuis zullen er nu wellicht verschillende zijn waarvoor dit niet als een verrassing komt, welnu voor mij was dit bijna letterlijk een donderslag bij heldere hemel. Ondertussen zat ik reeds een busreis van vier uur(!) verwijderd van mijn stalen ros en mijn ticketje Bangkok was geldig voor de daaropvolgende morgen. Net niet geweend dus... 

Voor de tweede maal dan maar mijn laatste moed bijeen geraapt en de volgende morgen busreisje terug naar bompi-turk. Vriendelijk gevraagd of ik nog een nachtje mocht blijven slapen om dan de volgende morgen het kunstwerkje van hem terug af te breken en te vertrekken. Geen probleem voor bompi-turk en zijn familie, en wederom de volgende morgen mijn leren botjes aangetrokken richting een Shengen-land (EU voor de nitwits) waar het vrij verkeer van goederen wél geldt.

Bulgarije dan maar! Had reeds met Matt gebeld, een toffe Britse campinguitbater, die net over de grens in Biser zat. Twee maand eerder had ik enkele nachten op zijn camping geslapen, en ik had hem mijn situatie uitgelegd. 'No problem mate!' was zijn antwoord. Het enige wat hij als tegenprestatie verwachtte was een schamele 80 euro (voor 8 maand!!) en een vlag van een land dat ik zou bezoeken om zijn camping wat op te leuken. 'No problem mate!' was dan ook mijn antwoord natuurlijk.

Rijden, rijden en nog eens, jawel u raadt het al, rijden... De eerste dag leg ik een waanzinnige 1400 kilometertjes af, van Adiyaman tot Edirne (net daarvoor eigenlijk). Zestien uur non-stop 'motoplezier' voor de echte fan! Ik weet niet meer of ik nog zo'n grote fan was toen ik in een hotelletje binnenviel. Ik denk dat ik zelfs mijn eigen naam niet meer wist... MAARRR, dat wilde natuurlijk zeggen dat ik de volgende morgen nog een mini-onderhoudje kon geven aan mijn paard, rustig een afdekzeil kon gaan kopen ('t werden er twee, want de motootjes in Turkije zijn meestal wat maatjes kleiner) en op het gemakje de laatste 300 kilometer naar Biser, Bulgarije kon bollen.

Daar aangekomen, tentje opgezet (dat was lang geleden!) en klein vierinkje gehouden met Matt en een koppel Duitsers voor mijn definitieve eindstation. :-) Tijdens dat vierinkje wisten de Duitsers reeds te vertellen dat ze de volgende morgen rechtstreeks naar Istanbul zouden rijden. En toen ze vernamen dat dat ook mijn plan was, boden ze aan om mee te liften. Volgende morgen motootje ingepakt en weggezet, tentje en andere zooi in koffers gezwierd en binnengezet,  en enkel nog gewapend met rugzakje, sportzakje en gitaarzakje in mijn vijf-sterrenvervoer richting Istanboel plaatsgenomen. Karin und Michael, onderweg om hun dochter en Turkse schoonzoon te bezoeken, bleken even tof zonder fles rode wijn en het werd dus een plezierig ritje terug naar de Bosphorus. Aan de grens werd ik nog net niet begroet als een 'regular', maar ja, ze zijn me dan ook enkel gewoon in motopak...

Istanbul! Karin en Michael kennen het beste parkeerplekje van de stad, onderaan de blauwe moskee. Ze tonen me nog wat andere leuke plekjes die ik ervoor nog niet gezien had, maar ik was toch vooral geïnteresseerd in het vinden van een reisagentschap waar ik mijn ticket terug kon 'reactiveren'. In het hoofdkantoor van Turkish Airlines is dit 30 euro en tien minuten later gefikst en heb ik een vlucht voor, jawel, diezelfde nacht om 00.40h! Blij als een kermisvogel trek ik naar de luchthaven waar ik nog snel wat mailtjes stuur naar Cato om haar te verwittigen dat het al bij al nog snel is gegaan en dat ik tien uurtjes later in Bangkok zal staan! Geen respons natuurlijk doordat het in Thailand vier uur later is, en dus iedereen slaapjes doet.

Supervlucht met Turkish Airlines! Goeie service, goed eten en weinig ambetantje kindjes op de vlieger. Wat wilt een vermoeide reiziger nog meer... En zoals belooft landen we na negen uur vliegen in Bangkok, top! Het wordt al snel duidelijk dat de temperatuur hier min of meer dezelfde is, maar de vochtigheid maakt dat ze aanvoelt als lood. Mijn flesje water wordt onmiddellijk omgezet in pareltjes op mijn voorhoofd en elders... De grote terminal wordt wel supergekoeld wat het verschil met buiten immens maakt. Hier kijk ik driftig rond of ik een bekend gezichtje zie in de mensenmassa. Geen Cato. Na een halfuurtje krijg ik telefoon dat ze onderweg is maar door het moordende verkeer in Bangkok weet ze niet hoelang dit zal duren. Na twee en half uur vindt ze een verdwaasde kerel met zijn kop tussen de knieen ergens in een hoekje van de terminal. Het weerzien is geweldig, maar ook wat slaperig! :-) 

Ergens buiten het drukke centrum heeft Cato een plekje gereserveerd in een guesthouse. De eerste indrukken van Thailand: helemaal anders! 's avonds eerste kennismaking met de Thaise keuken waar ik heel blij om ben na twee maanden Turks-Iraans dieet. Twee dagen later wel de bijbehorende overschotten aan vloeistoffen, zowel Cato als ikzelf. Drie maanden niet ziek, maar de Thaise straat-eetcultuur bracht daar een einde aan.

In Bangkok zelf bezoeken we de grootste tempel van het land, Wat Po, vergapen we ons aan de vele shopping-malls en het waanzinnige stadsverkeer met de alomtegenwoordige Tuk-Tuk, laten de vreemde 'lekkernijen' zoals schorpioen en cockroach aan ons voorbij gaan, alsook de vele jongens en meisjes van lichte zeden en de 'ping-pong-shows'. De skytrain is de meest verstandige manier om je te verplaatsen in deze mega-stad, wil je niet in een traffic-jam verzeilen van meerdere uren. 's avonds sporten we wat in Lumphini Park, samen met de vele andere liefhebbers. Er wordt zelfs gratis water voorzien voor de sportievelingen. En op een avond proberen we af te spreken met Paul en Amy, de motards die ik in Turkije leerde kennen. Maar na een overvloedige regenbui (het is hier tenslotte regenseizoen) zit het verkeer zo vast dat we elkaar via de telefoon laten weten dat het niet voor deze keer zal zijn. We regelen verder nog ons visum voor Birma in de hoofdstad en zijn blij dat we deze kunnen verlaten na een hectische week.

Volgende halte; Phitsanulok! Marc, Mint en hun pasgeboren Mia verwelkomen ons in hun huisje. Marc runt een Engels schooltje waar het gezin van leeft. We nemen plaats in het klasje en ondervinden zelf dat je heel wat geduld nodig hebt om hier leerkracht te zijn. De kinderen zijn iets minder 'gedrild' dan bij ons het geval is. De volgende dag liften we met een ex-leerlinge Emily mee naar Sukothai. Een tempelcomplex van 700 jaar oud uitgestrekt over een paar vierkante kilometer, het Angkor-Wat van Thailand. Met gehuurde fietsen is het ideaal om het hele gebied te bezoeken. Nog een dag later huren we motorfietsjes om de streek en de watervallen rond Phitsanulok te verkennen. We worden beloont met een ongelooflijk waterspektakel aan elke waterval daar het regenseizoen is en het de voorbije ganse nacht had doorgeregend. 's avonds nog een lekker restaurantbezoek met het gezin. Marc en Mint weten wat je wel en wat je best niet kan kiezen op het menu als westerling. Geen Gekookte eendenpoten meer voor Cato deze keer!

We beslissen om de eerstvolgende morgen de trein te nemen naar Lampang. De trein loopt doorheen de Jungle en is een leuke afwisseling met de saaie busritten. We missen echter onze stop door een miscommunicatie met de treinbegeleider en belanden reeds in het verre Chang Mai. Wel, geen erg he, globetrotters als we zijn! We vinden een leuke guesthouse, en maken onze planning voor de komende dagen. Mountainbiken, de hill-tribes bezoeken, kooklessen, massages, muey-thai (gevechtsport) wedstrijd bekijken,... Maar ook meer aardse dingen zoals kapper- en wassalonbezoek dringen zich op.

Hoe dat allemaal afloopt is voor de volgende keer! Groeten uit Chang-Mai! ;-)
 
De eerste dag maar ineens doorgebeten en niet naar Tabriz maar rechtstreeks Turkije binnen. 950km en een grensovergang van slechts twee en half uur later val ik stikkapot op mijn bedje van een maand eerder. Hotel Ararat aan de voet van de gelijknamige berg wordt de plek om te beslissen waar het nu heen moet. Ik had reeds mijn vriend Baris van Bursa terug gecontacteerd en die was toevallig in het zuidoosten om het eind van de Ramadan te vieren bij zijn familie. Na wat over en weer gebeld te hebben beslis ik om richting Adiyaman te rijden waar zijn oom een mogelijke opslagplaats gevonden heeft bij kennissen. Weer 750 kilometertjes later sta ik voor zijn grootvaders huis en word er vriendelijk en nieuwsgierig ontvangen. In deze uithoek van Turkije zijn ze niet echt toeristen gewoon, al zeker niet die van het verloren gelopen type. De volgende dag beslissen we om hem gewoon bij zijn grootvader te laten staan in de achtertuin onder een afdak. De grootvader zelf (71 jaar!!!) verpakt mijn motortje in plastiek en karton alsof het die van hem is, een echt kunstwerk, foto volgt!

Diezelfde dag nemen we de bus richting Osmaniye waar ik me nu bevind en nog twee dagen bij Baris, zijn vrouw Ilkay en haar familie mag blijven. Morgen neem ik hier de bus naar Adana, daar vervolgens het vliegtuig naar Istanbul en van daar uiteindelijk richting mijne lieverd! Ons Catootje zit reeds sinds vrijdag in Bangkok en ik zal verdomd blij zijn haar terug te zien!

Tot dan iedereen! Volgende keer wat uitvoeriger terug
 
Ze willen me niet meer laten gaan... En ze nemen het iets te letterlijk... Wat een fantastische maand was eindigt een beetje in mineur. Na twee dagen doorgebracht te hebben in een douanekantoor, in een 'wat-als-een douanebeambte-nou-ook-nog-eens-een-dikke-lul-was'-situatie ben ik tot de vaststelling gekomen dat de Antwerpse autocontrole nog zo slecht niet is. Eén of andere clown heeft aan de grensovergang waar ik binnenreed vergeten?/niet willen? een datum invullen die aangaf hoelang mijn stalen paard hier al dan niet mocht blijven. OF ze zijn hier in Teheran verdomd goed in het verzinnen van muggenscheten, want het zaakje begon serieus te stinken. Wat ik had voorgenomen als een kleine formaliteit bleek al snel een onoverzienlijke berg sh*t te zijn waar maar geen eind aan kwam. Ook Qatar Airways draagde zijn steentje bij. Die jongens houden van vliegen, dat begrijp ik, maar zoals mijn prijs een vlucht nam...? Wat oorspronkelijk een getal met drie cijfertjes was werd er al snel eentje met vier, en het ééntje vooraan begon al snel te flirten met zijn oudere broertje. Vies dus. En tenzij mijn stalen paard in verwachting is van een jong veulentje begrijp ik niet hoe een kist die oorspronkelijk 380 kilo woog plots richting 600 kilo (WTF!!) ging Resultaat: ticketje Bangkok is een enkeltje naar de vuilbak geworden en den deze mag terug zijn leren botjes aandoen en zijnen bromvelo tweeduizend kilometer verder trappen naar zijn Turkse vrienden. Straks om vijf uur vertrek ik richting Tabriz en hopelijk sta ik ergens morgennamiddag aan de grens.

Maar kom! Genoeg gekanker! Leve Iran! 't was hier geweldig! Vrienden voor 't leven gemaakt hier. Zowel bij de locals als bij m'n collega-reizigers. Ik heb hier geleefd eigenlijk, en niet gereisd. :-) Het zal straks dan ook vreemd aandoen om na zo een maand terug alleen de baan op te moeten. Maar kom... Na Isfahan, waar mijn verslag vorige keer abrupt beëindigd werd, vloog ik terug naar Teheran. Enkele dagen later en enkele vrienden rijker vertrokken we met een groep richting Kaspische zee. Navid zijn 'vakantiehuisje' bleek een kast van een villa te zijn met zes slaapkamers, drie badkamers, drie keukens, zwembad, basketbalveld,... Mooi! 't leven is mooi! Luie ochtenden, playstation-namiddagen, basketbal-avonden en beschonken nachten. It's a mans world! (begrijp me nie verkeerd, grieten had ook leuk geweest, en ja natúúúrlijk bedoel ik dan u hé lieverd!) 

Na one-hell-of-a-time in onze 'mansion' trokken we richting Gorgan. Mijn vriend Ali zijn vader is daar gaan wonen omwille van zijn werk. Of beter gezegd: voormalig werk. Hij was vollop aan het bouwen aan wat het nieuwe hospitaal van Gorgan moest worden toen de regering de kraan dichtdraaide. Geldgebrek omwille van de steeds strenger wordende sancties tegen Iran wellicht. Wat een gigantisch complex moest worden, is niet verder geraakt dan fase 1 waarbij enkel de betonnen structuur van één van de vijf gebouwen rechtop staat. Ali's vader is 'gedegradeerd' tot opzichter van de site en doodt zijn tijd al maanden met komkommers en tomaatjes te kweken tussen de betonmolens. Triest...

Na ons bedrijfsbezoek, maar ook enkele leuke restaurantbezoekjes rijden we de volgende dag terug richting Teheran. Na een helse rit door de bergen, op de meest gevaarlijke weg van Iran, 'S NACHTS, met tegenliggers die blijkbaar niet snel genoeg konden sterven vallen we net niet zonder benzine en komen we lijkbleek maar veilig terug aan. Enkele dagen later vertrok onze klas weer op excursie! Terug naar Isfahan! Jeuj!

Javad, waar ik de vorige keer al had mogen slapen, was blij verrast me terug te zien en nam er met plezier mijn vrienden bij!  Nachtje slapen, binnenstad bezoeken voor de nieuwelingen  en dan hup, de woestijn in! Backgammon, Hok en Chinees poker tot 's morgens zes uur! Voor mij toch, sommigen hielden het uit tot negen... Volgende dag; lemen huisjes maar ook lemen kasteel bezoeken in het dorp. Heel mooi allemaal! 's avonds terug de baan op richting Teheran. Na één uurtje rijden komt een klasgenootje tot de constatatie dat hij een paar slippers armer is. Dit resulteert in een retourtje woestijn en een onvrijwillige inbraak omdat de man met de sleutels aan de andere kant van de horizon verdween. Je begrijpt wel, leut in overvloed... ;-)

Teheran nog maar eens! En weer wat nieuwe vrienden! Maar nu is het dus gedaan... Straks weer de poor lonesome cowboy gaan uithangen op het asfalt staat me nu effe niet aan maar toch lijkt me dat leuker dan in een blauw kraantje, aan het 'blauwe' water op een blauwe maandag te zitten. NIETWAAR COLLEGA'S!? Héhéhé, gemeen...

Groetjes iedereen en tot snel!

 
Helleeuuww!! Gegroet iedereentjes vanuit het nu wel heel erg hete Iran. De temperatuur daalt hier 's nachts zelfs niet onder de 35 graden! Welnu, 's nachts heb je nog airco, maar overdag tussen 12 en 17 uur blijf je best gewoon binnen. Buiten sleep je jezelf voort, zeker als je weet dat je niet mag drinken noch eten. En dat begint een beetje te wegen eigenlijk... Na enkele weken nu in Iran, is het moeilijk jezelf bezig te houden in de namiddag. Films kijken en dutjes doen is maar leuk voor effe...
Ik heb besloten om de moto aan de kant te laten staan omwille van het weer. Ook als je weet dat de binnenlandse vluchten SPOTgoedkoop zijn, is de keuze snel gemaakt (sorry Greenpeace...). Ik boek drie vluchten; eentje naar Shiraz, eentje naar Isfahan en dan weer terug naar Teheran. Op minder dan een uurtje sta ik in het mooie Shiraz wat anders 10 tot 12 uur zwoegen met de moto had geweest.
Shiraz is weliswaar nog wat warmer dan Teheran en de eerste dag op hotel kom ik enkel in de voormiddag mijn kamer uit. Shiraz zou de makkelijkste stad zijn om mijn visum te verlengen en dat blijkt ook te kloppen. Na wat over en weergeloop tussen het Ministry of Foreign Affairs, de bank en het copycentertje heb ik drie uurtjes later een extra maandje kleven in mijn paspoort. De officier vroeg zich wellicht zoals jullie af waarom dit nodig was? Wel, omdat ik een vlucht neem vanuit Teheran richting Bangkok de 8ste augustus en ook de moto van daaruit naar huis stuur. Geen Georgie en Armenie dus omdat het me hier zo bevalt en ik met mijn nieuwe vrienden van Teheran ook al plannen heb gemaakt om richting Kaspische zee te trekken eind deze maand. ;-) Maar Shiraz dus! 's avonds waag ik me toch nog even naar buiten en leer de uitbater van de snackbar kennen die een aardig woordje Duits kan. Hij raadt me aan toch nog even een moskee te bezoeken wat verderop, en gelijk had hij! De naam ontgaat me nu even, maar mooi was het zeker! Binnenplein met vijver en fonteinen, spiegelwanden sieren alle ingangen en de mooie blauwe domes stijgen boven alles uit! Ik keer tevreden terug! ;-) De volgende dag leer ik Narjes kennen. Een jonge vrouw van 29 jaar die me heel de dag rondleidt door de stad. Mooie parken omringen de tombes van de bekende Perzische dichters Hafez en Saadi. Prima locaties waar we openhartige gesprekken hebben. Leuk om ook eens kennis te maken met de vrouwelijke beleving van het land!
Momenteel zit ik in het mooie Isfahan. Met zijn mooie bruggen, handgeknoopte tapijten en schitterend Imam Square zeker een bezoek waard. Ik heb hier (weeral) een schitterende host! Hij is misschien iets te hard bezeten door vrouwelijk schoon, maar oh zo grappig en attent. Jammer genoeg zal ik volgende keer verder verslag moeten uitbrengen want het internetcafe waar ik me nu bevind dooft zijn lichten dus ik denk dat ze willen sluiten. Dus tot volgende keer lieve vrienden!
Groetjes!
 
Hoi hoi iedereen! Weer effe updaten! Na mijn ietwat mindere ervaring in het stadje Zanjan, zit ik nu dus in de hoofdstad Teheran. Mijn host Ali is ronduit geweldig! Ik verblijf hier nu al bijna een week en heb superveel plezier met hem en zijn vrienden. Hij rijdt me urenlang rond om de stad te bezoeken, neemt me mee op restaurant, mee naar feestjes bij vrienden,... Geen enkele moeite is hem teveel, zowaar dat ik me er wat ongemakkelijk bij voel soms. Ik moet hem soms echt temperen! Wanneer ik zei dat ik nieuwe motorolie zocht, 15W50 bij voorkeur, rijdt hij met mij zo'n twintig garages af om net díe motorolie te zoeken. Blijkt dat 20W50 net iets populairder is in Iran! Het kost me hééél wat moeite om hem te overtuigen dat deze ook niet slecht is... En gisteren, op een feestje, sleurde hij een andere kerel naar buiten omdat die laatste het had durven wagen me te ¨'beledigen'. Hij had nochtans enkel gezegd dat zijn land letterlijk en figuurlijk groter was dan België. Ook hier had ik weer wat overredingskracht nodig om de boel niet uit de hand te laten lopen. Maar hij is echt geweldig, evenals zijn beste vrienden Mahboud en Navid. Ik heb de Turkse gastvrijheid mogen beleven, maar dit... Dit is een gastvrijheid die ik tot voor  enkele weken niet voor mogelijk had gehouden.

Iran is een heel intrigerend land, vol met tegenstellingen. Je hebt een publiek leven, en een privéleven hier. Publiekelijk houdt je je aan de regels, achter de schermen gaan alle remmen los. Alcohol, vrouwen, facebook,... no problem. Gisteren ontmoette ik verschillende Iraanse meisjes op een feestje. Niet enkel hun haar was onbedekt, if you catch my drift... Ook cosmeticabedrijven en plastische chirurgen doen hier wellicht gouden zaken. Mijn ogen hun apetijt is weer even gestild... :-)

Het regime mag dan wel de vrijheid van de mensen inperken, maar dit gaat niet op wanneer een Iraniër achter het stuur kruipt. Hoewel de verkeersinfrastructuur niet slecht is wordt zowat elk verkeersregeltje aan de spreekwoordelijke laars gelapt. Rode lichten worden genegeerd, spookrijden is doodnormaal en een voetganger is niet veel meer dan de vlieg die aan de vooruit plakt. Ik zoek nog liever een winkeltje wat verderop dan het winkeltje dichtbij aan de overkant... Ik ben dan ook blij dat ik mijn persoonlijke chauffeur heb hier.

Welnu, last but not least, mijn reisschema. Ik heb besloten het te wijzigen en dus niet naar Pakistan en India te rijden. Ik heb tevergeefs gezocht naar andere reizigers die ook eventueel de doorsteek wilden maken, wat maakt dat ik alleen zou moeten rijden. Nu de consul hier in Teheran raadde het me reeds af. Niet alleen Pakistaanse terroristen maar ook Iraanse gewapende drugsbendes hebben het voor het zeggen in Baluchistan. Er zijn regelmatig vuurgevechten met de politie en het leger. Nu een reis moet een reis blijven, en het zou dus jammer zijn ergens in een keldertje op mijn blote knietjes voor mijn leven te moeten smeken. Ook videoboodschappen naar huis sturen voor ons ma haar spaarcentjes lijkt me niet zo tof. Maar ook het weer is een dooddoener. Bij temperaturen van 50(!) graden moet ik toegeven dat er niet veel fun meer te beleven valt in een motopak. En om het compleet te maken kan je best ook niet drinken in het openbaar omwille van de Ramadan die nu bezig is. Daarbovenop doet de Indiase ambassade moeilijk over het uitreiken van een visum. Vermoedelijk omdat ze het Pakistaans visum hebben zien kleven in mijn paspoort. De twee landen zijn niet echt dikke vriendjes te noemen. Deze zondag zou ik terug naar de ambassade moeten gaan om een intervieuw af te leggen voor de consul zelf omdat ze het 'van-België-naar-India-met-de-moto-verhaal' toch maar een beetje vreemd vinden. Je begrijpt dat ik mijn zondag niet in een suffe ambassade wil verslijten om me te verantwoorden tegen een oude vent die ruikt naar tandoori-chicken...

Geen India dus, en ook geen Pakistan! Maar niet getreurd, er is een alternatief! Ik ga proberen om Georgië en Armenië alsnog mee te pikken om daarna dan stillaan af te ronden in Turkije. Turkije is wellicht ook het interessantste land om mijn moto terug naar huis te sturen, wat een pijnlijk afscheid wordt. Ook wij twee zijn dichter naar elkaar gegroeid! ;-) Maar zover zijn we dus nog niet, eerst nog wat genieten van het heerlijke Perzië! 

Tot later iedereen!
 
Lang wachten; daar begint het mee! Mijn grensovergang duurde maar liefst 5 uur. Tesamen met heel wat Turkse en Iraanse chauffeurs werd mijn geduld zwaar op de proef gesteld. Een wirwar van loketjes, turkse fixers, ambtenaren die er niet van te onderscheiden vielen, arabisch schrift, een beetje omkoopgeld, wéér een nieuwe taal en dit alles onder de steeds presente loden zon... Pas als ik gezworen heb geen "pussy, wodka or whiskey" het land binnen te smokkelen en mijn speelkaarten de vuilbal inkieper, word mijn Carnet de Passage afgestempeld en mag ik het land van de Ayatollahs binnenrijden.

Je rijdt een andere wereld in, dat voel je meteen. Turkije leek slechts een vage herinnering met zijn latijns schrift en zijn plots heel westers aandoende cultuur. Hier geen reclameborden met vertrouwde logo's meer. Geen goed geasfalteerde hoodbanen noch verkeersregels. Ik baan me een weg naar het eerste tankstation en vind voorlopig nog ongelode benzine. Er wordt een tankkaart van een collega gebruikt en er wordt al uitvoerig gevraagd van waar ik ben en wat ik hier kom doen. Iraniers zijn su-per-vriendelijk en was ik al een bezienswaardigheid in Turkije, wel hier al helemaal!

Na een urenlange rit kom ik eindelijk aan in Tabriz. Als ik even vertwijfeld sta rond te kijken langs de kant van de weg word ik omringd door hulpvaardige mensen. Farid, mijn gastheer, komt ook al snel opduiken en leidt me naar zijn appartement. Een vriendelijke kerel die Farid, en we moeten ons al bedwingen om niet heel de nacht door te kletsen. De volgende morgen moeten we er reeds uit om vijf uur...

...om een bergje te gaan beklimmen! Wat de avond ervoor nog werd voorgesteld als een kleine wandeling, bleek de hoogste top van de provincie te zijn! Met zijn 4000 meter was de Gan op zijn minst ontzagwekkend te noemen in het prille ochtendlicht. Maar lang verhaal kort, we hebben het gehaald! Vraag me alleen niet hoe... Ook mijn beentjes zijn er niet over te spreken.

Ik heb een leuke tijd bij Farid, bezoek met hem de stad en praat met hem over de situatie in zijn land. Al snel wordt het me duidelijk dat vele mensen hier kost wat kost het imago van hun land willen redden. Ze weten dat wij een negatieve berichtgeving hebben en vinden dat jammer. Ik moet al snel toegeven dat die berichtgeving inderdaad niet opgaat voor de bevolking. Wat het regime betreft volgt Farid me dan weer, vele mensen voelen zich hier opgesloten en allesbehalve vrij....

Na drie nachten besluit ik om door te rijden richting Teheran. Ik heb een tussenstop ingelast in Zanjan waar ik me nu bevind want in deze hitte (richting 40 graden) hou je het niet langer uit dan 300 kilometer. Het hotelletje hier ben ik dan weer minder over te spreken. Er wordt me een toeristenprijs aangeboden die wel héél erg hoog ligt. Na wat geruzie met de hoteleigenaar krijg ik er wel wat af, maar betaal nog steeds teveel voor een schamele éénpersoonskamer. Ach, morgen rijd ik al weer door naar de hoofdstad waar ik wellicht weer met open armen ontvangen zal worden.

Oh ja, ik heb dit berichtje niet zelf gepost, dat heeft mijn lieve Catootje gedaan. Mijn blog is hier geblocked en ook facebook en youtube zijn hier illegaal. Het kan dus wel weer even duren voor ik iets laat weten.

Groetjes iedereen!